dinsdag 31 mei 2016

COPACABANA - ISLA DEL SOL ( 25 MEI - 30 MEI 2016 )


Na een hurry-hurry ontbijt, een taxirit in de file van La Paz bereiken we, net op tijd, de busterminal van La Paz. We reizen vandaag door naar Copacabana, onze laatste reisstop in Bolivië. Het eerste deel van de rit rijden we door een vuile buitenwijk van Alto, het is één grote bouwwerf met veel onafgewerkte constructies. Het tweede deel is heel mooi: we rijden langs en over bergen met af en toe zicht op het Titicacameer. Na 2 uur rijden moeten we de bus uit, want we moeten allen het water over. Wij, de toeristen, worden met motorbootjes naar de overkant gebracht terwijl de bus op een groot vlot rijdt en naar de overkant wordt gebracht. Hilarisch! En zo komen we in Copacabana, een klein stadje aan de
oever van het Titicacameer, het hoogste bevaarde meer ter wereld! Copacabana ligt op 4000m hoogte, even hoog als Tibet in de Himalaya. Alleen ligt hier een immens zoetwatermeer van wel 175km lang, deels in Bolivië, deels in Peru. We zijn meteen verkocht door de ontspannen en gezellige sfeer! We vinden een kamer in Hostel Sonia, gaan wat eten en verkennen het stadje. De volgende dag gaan we bij een lokaal restaurantje aan het water forel eten, regelen onze boottickets naar Isla del Sol en maken een mooie wandeling langs het immense meer. 26 mei is hier een vrije

dag...langs de oever van het meer zitten veel gezinnen en koppeltjes te picknicken en/of te barbequeën, heel gezellig. We gaan ook kijken naar de autowijdingen voor de basiliek ! Eerst wordt de auto voor de ingang gereden en versierd, daarna wordt er een fles champagne overgespoten en dan komt de pastoor de auto inzegenen met als kers op de taart...een foto van de familie en de pastoor voor de auto. En zo is dat de ene auto na de andere. We zijn aangenaam verrast als we 's avonds Jackelien en Daniel in ons hostel tegen het lijf lopen, de 2 fietsende Zwitsers die we in Sucre al ontmoeten. Bij het avondeten babbelen we wat bij.  De volgende morgen zit Martien op de pot (titikaka), waardoor we onze tweedaagse naar Isla del Sol even moeten uitstellen. Voor mij wordt het een dagje van boodschappen doen, soep en thee maken, de blog aanvullen en veel hollen van beneden naar het derde verdiep, waar onze kamer is. De volgende dag is Martien al weer de gouwe ouwe! Vanuit de havenplaats nemen we "s morgens de boot naar Isla del Sol, volgens de Inca's de geboorteplaats van de zon. Het is een groot eiland in een nog grotere zee, euh.. meer (maar het is echt zo groot dat het op de zee lijkt). Na een boottocht van 2 uur komen we op de Noordkant van het eiland, waar een klein gehucht is. Hier rijden geen auto's of moto's en is er geen wifi, het

straalt rust en vredigheid uit. In de namiddag stappen we naar een Incasite in de buurt. We vinden er een offertafel en de restanten van een oud Incadorp tegen de helling. We zijn onder de indruk ! 's Avonds is het rustig in het dorp. De enkele toeristen die er nog zijn , zitten allen samen in het enige restaurant met voor allen hetzelfde menu...forel met friet en rijst. We hebben het gevoel dat we hier nog verder weg zijn dan we al weg zijn. De volgende morgen hiken we over het bergachtige eiland naar het Zuiden, soms heel pittig, maar altijd met een prachtig zicht op de andere eilanden en de witte besneeuwde bergen ver weg. Het pad gaat tussen verschillende bergtoppen op en neer. In de late namiddag bereiken we het gehucht Yumani, in het Zuiden. De zon en de

wind bakt op ons in. Ik krijg door de weerkaatsing van het zonlicht opnieuw last aan mijn ogen (en dan nog met mijn zonnebril aan).We vinden een kamer bij een ouder koppel die enkele kamers verhuurt. We worden helemaal zen als we hen bezig zien. Yumani is nog een echt bergdorp...de hoofdweg is een slingerende keienweg naar omhoog. Ook hier geen auto's of brommers of wifi. We zien voortdurend bepakte ezels die goederen naar boven brengen. We gaan vroeg slapen, want om 18u30 is het donker, wordt het heel koud en valt het leven hier stil. We zijn enige toeristen in het lokale restaurant. Yumani ligt boven op de bergheuvel, waardoor we de volgende morgen de keienweg helemaal moeten afdalen tot het haventje. Tegen de middag zijn we terug in
Copacabana, regelen ons busticket naar Puno, halen onze grote rugzakken op en gaan eten. We vinden op het laatste moment een Nederlandse Mastercard in een ATM, en lopen vlug nog de straat af op zoek naar de eigenaar. Maar jammer genoeg niet gevonden, we sturen morgen een mail naar de bank. We moeten weg, de bus wacht niet. Op de bus vullen we allerlei formaliteiten in om de grens over te geraken, dan de bus af en stempel halen bij de " Migrations " aan Boliviaanse kant en onze laatste Bolivianos omwisselen in Peruaanse Sol. We gaan te voet de grens over (waar onze

bus ons opwacht ). Nog een stempel halen aan de Peruaanse grens en dan...op naar Peru! Dit verliep heel vlot.









maandag 30 mei 2016

SAMAIPATA - LA PAZ ( 20 - 24 MEI 2016 )


Gjiltegans deur1gescheikt worden we om 2u 's nachts gedropt langs de weg in Samaipata. Het was een helse stoffige koude busrit. Er is geen kat op straat enkel veel blaffende honden. We stappen richting, we weten niet waar en bellen aan bij het eerste beste hostel Andorina. We worden binnen gelaten en zijn hier zeer blij om. We tjolen de rest van de nacht door, Filip op de grond en ik in de te kleine zetel 3dubbel toe. Andorina wordt uitgebaat door een Hollander en is best leuk maar  na het ontbijt verhuizen we naar 'El Jardin' omdat er daar een tuin is. Selien en Sander
lieten voor ons nog een lieve boodschap achter in Andorina. El Jardin is een zeer gezellig ingericht hostel met  een eigen stijl, een tuin en een buitenkeuken. Wij zijn meteen verkocht door het koepelhuisje. Jan is een Antwerpenaar en hij is samen met zijn Boliviaanse vrouw de eigenaar. Er zijn kampeermogelijkheden en hierdoor zijn er veel jonge backpackers. Zij zorgen voor een gezellig aparte sfeer. Zij tjielen vooral en trekken weinig rond. Een leuk allegaartje van mensen uit Argentinië, Frankrijk, Chili, India, Colombia en wij uit België. Het is hier een totaal ander weertje. De eerste

dag nog volle bak zon maar hierna komen er wolken aangedreven en is het vochtig en mistig. Dit zal ons doen en laten wel bepalen. Zo kunnen we de trekking naar Ambora niet doen. De wegen liggen er modderig en onberijdbaar bij door de regen van de voorbije dagen. We stiefelen naar de dierentuin op een 3tal km van Samaipata. Een kleinschalige dierentuin maar wel gezellig. Enkele apen, een stekelvarken en papegaaien leven er vrij rond. Een brulaap reageert brullend op muziek. We willen dit wel eens van nabij bekijken. Ongelooflijk wat een lawaai zo'n diertje kan maken. Als wij bij hem aankomen vergeet hij al zijn liefde voor muziek. De aap komt niet uit de mouw maar rond mijn nek. Hij neemt me stevig vast, ik kom er bijna van in ademnood. Ik voel me helemaal niet op mijn gemak. Zijn vriendje zorgt nog voor meer heisa en die komt op mijn hoofd zitten en krabt in mijn haren. Ik krijg het advies om mij vooral rustig te houden want als ik een gebaar zou maken die zij niet willen kunnen ze bijten. Ze houden van meisjes en enkel mannen kunnen hen wegnemen. Filip staat er bij en kijkt hiernaar maar is absoluut geen kandidaat. Wat ben ik blij als een andere toerist de aap van mij kan overnemen. Met de schrik kom ik er van af.

Op een mistige dag willen we 'El Fuerte' de Inca-site bezoeken. We weten wel dat we weinig zullen zien van het rijk maar het is een mooi gebied om door te stappen. Het is een hilarische bergrit omdat de chauffeur een echte doe het zelver is. Het stuur stond vroeger aan de rechterkant en werd verbouwd naar de linkerkant. Hij rijdt met zijn ruiten open omdat hij de ruitenwissers zelf moet over het venster wrijven. De auto rijdt, de remmen werken,....meer moet dit dus niet zijn. Het is een mystieke plaats en het heeft wel iets met de mist rondom ons. Samaipata is een gezellig stadje maar we
blijven er toch niet langer hangen omdat we geen jungle tocht kunnen maken. We vinden dit wel jammer maar het is de eerste keer op onze reis dat de weergoden ons minder gunstig gezind zijn. De tussenstop naar La Paz, Cochabamba laten we links liggen. Dit betekent een lange nachtrit via Santa Cruz naar La Paz. We vertrekken met de microbus (3u) om 9u naar Santa Cruz. Wij vinden dit een zeer ongezellige stad die ons niets te bieden heeft.
 
 
Om 15u30 vertrekt de nachtbus naar La Paz. Daar komen wij busmoe aan om 11u. We laten ons meteen naar hotel Sagarnaca brengen. In de namiddag bezoeken we (aan de buitenkant) de beruchte gevangenis van San Pedro. Die gevangenis ligt pal in het centrum van La Paz. We laten ons ook nog eens verdwalen op de heksenmarkt.



dinsdag 24 mei 2016

SUCRE ( 15 - 19 MEI 2016 )


Het werd een koude en lange busrit naar Sucre. Om 6u30 laten we ons door een taxi afzetten bij het Pachamama-hostel. Het is nog vroeg en we zijn moe, we kruipen nog 2 uurtjes in ons bed. Vandaag willen we naar de zondagsmarkt van Tarabuca, zo’n 65km van Sucre. Met een volgepropte microbus rijden we ernaar toe, een mooie maar zeer stoffige rit door de bergen. We zijn wat ontgoocheld als we de toeristische kraampjes rond het plein zien. Deze markt staat nochtans bekend als een mooie markt waar de lokalen vanuit alle naburige bergdorpen naartoe komen. Als we doorlopen zien we, enkele steegjes verder, de echte Tarabuca-markt. We zijn onder de indruk. Elk dorp heeft zijn eigen vrachtwagen (die dienst doet als bus en vrachtwagen) om de spullen, fruit en groenten te verkopen. Het is een drukte van jewelste. Het is duidelijk het seizoen van de appelsienen en mandarijnen. Vele mannen en vrouwen lopen in hun traditionele kledij (eigen aan hun dorp) rond en zien er heel verweerd uit. Ze zijn één met hun omgeving.  We laten ons verdwalen op de kleurrijke en levendige markt.

Ons hostel heeft een gemeenschappelijke keuken, er hangt een gezellige sfeer en is een leuke plaats om naast het koken ook andere reizigers te ontmoeten. Zo leren we Jackelien en Daniel kennen, een jong Duits koppel die al 8 maanden onderweg is met de fiets (jackdanielsbiketrip.wordpress.com). We maken ook kennis met Corr, een gepensioneerde Nederlander die een jaar op reis is met zijn moto, allen boeiende mensen met boeiende verhalen, waarmee we onze reiservaringen en meningen delen. De volgende dagen bezoeken we Sucre: de witte, koloniale en culturele hoofdstad van Bolivië. In Sucre is er een aangenaam klimaat, het is stralend zonnig weer! Het valt ons meteen op dat Sucre een totaal andere stad is dan alle andere Boliviaanse steden waar we door reisden: het oogt veel hipper, rijker, veel studenten in de stad, wat in schril contrast staat met de vele arme oude mensen die overal in de stad bedelen om wat geld. We ontdekken ook het vegetarisch restaurant  ‘Condorcafé’ die de komende dagen onze vaste stek zal worden. We lopen Sucre gewoon plat…van de fruitmarkt naar de plaza, van de plaza naar de reisburo’s, van de reisburo’s naar de winkels, van de winkels naar het museum,…met


tussendoor een lassi, een koffietje… kortom puur genieten! We vinden op straat een portefeuille van een jonge dokter met behoorlijk wat geld in. We maken er een erezaak van om deze persoonlijk terug te bezorgen ( de politie is niet te vertrouwen ), wat ons met de hulp van Condorcafé uiteindelijk lukt. We worden stil als we langs de hoge muren met nissen lopen in de cemetery. In elke nis zitten persoonlijke spullen van de overledenen. Het lijkt een volledig dorp met gebouwen vol overledenen. We puffen en blazen als we het hoogste pleintje van de stad, Recoleta, willen bezoeken. Sucre is een gezellige stad ! We maken ook een daguitstap rond Sucre. We vertrekken ’s morgens vroeg met de jeep. De gids vraagt ons om geen foto’s te nemen van de mensen onderweg omdat ze geloven dat je zo hun ziel wegneemt. Een uurtje later zijn we bij ons vertrekpunt in de bergen en zien we Sucre in het dal onder de wolken liggen. We stappen een deel over een oude Incaroute, die vroeger liep over Ecuador-Peru-Bolivië. Deze was bedoeld als karavaanroute om vlot goederen, zoals zout, aardappelen,…over het ganse Incarijk te vervoeren met ezel en lama’s.  Het uitzicht over de bergen is magnifiek ! Onze tocht gaan verder naar de krater van Maragua. Vanop de mirador hebben we een mooi panorama over de ganse krater. Het landschap kleurt rood,

groen, grijs,..geen foto kan dit weergeven!  ’s Middags picknicken we in het dorp, gelegen midden in de vulkaankrater Maragua. Het dorp is heel arm. De meeste mannen werken in de stad om extra geld te verdienen terwijl de vrouwen en kinderen in het dorp achter blijven. In de namiddag staat een stevige klim (en later ook afdaling) op het programma naar dino-afdrukken in de rotsen. We zijn verrast door de mooie bergen en natuur zo dicht bij Sucre. Bij het zien van de afdrukken en de uitleg van de gids zijn al onze twijfels ivm. de echtheid weg: een boer wou de grond bewerken maar voelde overal een verharde ondergrond. Archeologen schepten de aarde weg en vonden zo de afdrukken van de dino’s. In de omgeving werden nog tientallen andere dino-afdrukken gevonden. Een stoffige, kronkelende rit van 2 uur met de jeep over en door de bergen brengt ons terug naar Sucre. Morgen nog wat chielen en na de middag naar de busterminal, waar we om 16u de nachtbus nemen naar Samaipata.

 

 

 

 

 

 

woensdag 18 mei 2016

POTOSI-TUPIZA ( 9- 14 MEI 2016 )


We komen om 23u aan in Potosi. We lieten 2 kamers reserveren in hotel San Antonio. Niet meteen het gezelligste hotel maar de uitbaters zijn heel vriendelijk en dit maakt alles goed. Het is altijd kiezen tussen budget uitgeven en/of kwaliteit. Potosí is de hoogste stad in de wereld gelegen op 3.977m. De enige reden voor ons om die stad te bezoeken zijn de zilvermijnen van Cerro Rico.  In de 16e eeuw ontdekten de Spanjaarden dat er een enorme rijkdom van zilver onder de grond zat. Ze lieten er de mensen werken in destructieve mensonwaardige omstandigheden. Miljoenen mensen stierven in de mijnen. Toen in de jaren 80 de mijn uitgeput leek werd die gesloten. Maar 14.000 mijnwerkers richtten coöperatieves op om verder de grond te ontginnen. De werkomstandigheden blijven dezelfde als in de 16e eeuw. De mijnwerkers werken 12u aan één stuk door, ze weten niet wie onder de grond zit en waar? Het is een zeer beangstigend idee dat ze met dynamietlonten onder de grond ontploffingen veroorzaken zonder enige controle. Ze kauwen de hele dag door cocabladeren om energie te hebben en om geen hongergevoel te hebben. Wij kunnen de keuze maken om even onder de grond te gaan maar voor hen is het hun leven. Van kinds af aan, generatie op generatie doen ze dit mensonterend zwaar werk. Voor we ons aangepaste kledij
aan trekken houden we halt in een winkeltje. Ze vragen ons om iets te kopen voor de werkers. We kunnen kiezen tussen cocabladeren, frisdrank en dynamiet. Met het laatste zouden we hen het meest helpen maar dit zien wij dan niet zitten. We kopen cocabladeren en frisdrank. Zij het dan in beperkte hoeveelheid. Als wij later bij de mijnwerkers komen onder de grond zullen wij hen toch nog wat geld geven om dynamiet te kopen. Wij worden erg getroffen door hun werkomstandigheden. We gaan de mijn in. Het ruikt er zeer vies naar sulfur. Het voelt al niet meer comfortabel aan om te ademen. Een offergod krijgt 2 brandende sigaretten in de mond (voelt nog minder comfortabel aan). De God wordt sterk aanbeden omdat de mijnwerkers geloven dat hij rijkdom en bescherming biedt. Het is geen al te leuke wandeling. We moeten ons klein maken en we hebben amper lucht. De wanden zijn soms gestut en we moeten onze gedachten op "0" zetten want het lijkt dat alles zo in elkaar kan vallen. Hoe verder we kruipen hoe warmer (pompheet) het wordt. We moeten een nog nauwere gang doorkruipen en dan komen we bij 3 coca kauwende mijnwerkers aan die net even rusten. We zijn er niet goed van. Vlak bij ons is de gang nog nauwer en daar
werken er mensen. Geen van ons 4 zou daar durven in kruipen. We kruipen terug en gaan nog even dieper de mijn in, zij het al met enige tegenzin. Selien begint zelfs echt te piepen als ze adem wil nemen en dit is het ultieme teken dat wij terug moeten. Na anderhalf uur is het meer dan genoeg geweest voor ons. Het voelt goed aan om het daglicht weer te zien. De mijntocht is een zeer beklijvende ervaring die nog lang zal nazinderen. De werk-leefomgeving van die mensen is echt niet meer van onze tijd maar de realiteit toont anders. Wij gaan met ons 4tjes nog eens samen eten want morgen vroeg volgt elk weer zijn reisweg. De frietjes smaken heerlijk. De 1 smult er al meer dan de (S)ander. 's Morgens vroeg is het zover. Selien en Sander zwaaien ons uit. Toch even slikken om afscheid te nemen. Zij reizen straks  door naar Sucre en wij nemen de bus naar Tupiza.



We settelen ons in Valle Hermoso. Een goede tip voor trip die we kregen van Belle en Jörn. Een leuk hostel en een ideale plaats om wat vakantie te nemen in de vakantie. Filip neemt wat pc-momenten en ik was al onze kledij. Tupiza ligt lager en het klimaat is milder. Overdag stralend zonnig weer (20°C) maar koude nachten. Het is hier winter. De vallei is prachtig. Een  kleurvol landschap vol ge-erodeerde rotsformaties, zeer ruw en woest. Overal groeien hoge cactussen. Dit is cowboyland. Wij willen ook even een cowboygevoel hebben en rijden te paard tussen al die pracht. Eerst wat bibberen om op die grote dieren te geraken maar dit went al snel. De dieren kennen hun weg perfect want voor hen is het natuurlijk niet de eerste keer dat ze de weg bewandelen. In Tupiza krioelt het van de stapmogelijkheden. Jammer dat we onze wandeling moeten onderbreken naar "El Canön". Als we bijna bij het einddoel zijn komen 7 blaffende honden naar ons gerend waarvan de 1 al zijn tanden toont. Wij maken direct rechtsomkeer, onze reddende dazzer die honden op afstand houdt ligt natuurlijk nog in onze kamer. We gaan ook stappen van Palala tot Quebrada Palala. We nemen de lokale mini bus tot Palala dorp. Het is zeer gemakkelijk om een busje te nemen, hand uitsteken voor de bus en 'me quedo por favor' roepen en de bus stopt.
Sommigen zijn te lui om 10 stappen te zetten want de bus rijdt bijna van huis tot huis.... In Bolivia is niets plat en met de wind in ons gezicht en de berg omhoog is het wel even puffen. Het is puur genieten voor ons. Wij komen onderweg mensen tegen zwaar beladen onderweg naar??? We nemen deze avond de nachtbus naar Sucre.












zaterdag 14 mei 2016

JEEPTOUR SALAR DE UYUNI ( 5 - 8 MEI 2016 )


Om 5u 's morgens komt de nachtbus aan in Uyuni. Het is nog donker en ijskoud. Gelukkig staan er lokalen ons op te wachten en roepen " desayuno, breakfast ". Even later zitten we lekker warm in een soort refter, dicht bijeengepakt tussen andere gestrande toeristen en vele rugzakken die overal staan en rondliggen. We nemen alleen het noodzakelijke mee in onze dagrugzakken en laten onze grote rugzakken achter in de oficina. Om 10u30 vertrekken we met ons vieren, samen met onze gids en chauffeur Alejandro. We boekten een jeeptour voor vier dagen, 2 dagen in de zoutvlakte en 2 dagen in de hoogvlaktes aan de grens met Chili. Maar voor we daaraan beginnen bezoeken we eerst het locomotievenkerkhof. Tot 1950 was er een bloeiende handel van zout met Chili  over het spoor, daarna ging alles in verval en bleven de locomotieven achter. Tijd voor onze eerste fotoshoot om dit surrealistisch beeld vast te leggen.

We rijden verder door 'plastiekland': steppe met overal plastiekzakken. Volgens onze gids een gevolg van de Dakarrally die hier in januari passeerde ,volgens een andere gids komt dit door de laksheid van de bevolking. We rijden de zoutvlakte op, steeds verder en verder tot we alleen nog zout en nog eens zout zien...nog meer surrealisme! We zien rond ons veel 'fata morgana's': meren in de verte en zwevende bergen die er net zijn! De zoutvlakte van Uyuni heeft een oppervlakte van 12000 m2 en is de grootste ter wereld. We lunchen in een zouthotel en houden een tweede fotoshoot. We ontdekken het plezier van illusiefoto's maken, waarbij door de afstand dingen groter of kleiner worden...het wordt steeds leuker. We rijden 75km over de zoutvlakte tot aan het dorpje Coquesa, gelegen aan de rand van de zoutvlakte aan de voet van de vulkaan Tunupa. We verkennen het dorp en de omgeving.

Ik volg een lamahoedster die haar kudde terugbrengt, terwijl Sander, Selien en Martien naar de zoutvlakte wandelen om te genieten van de zonsondergang. Aan de rand van de zoutvlakte zijn kleine meertjes waar flamingo's rondtrippelen. Als de avond valt wordt het koud, we gaan vroeg slapen. We zijn om 5u30 op, trotseren de koude en wandelen in het donker de zoutvlakte op om de zonsopgang te bewonderen. Het licht op het zout zorgt voor een mooi kleurenspektakel. Na het ontbijt beklimmen we de heuvel bij het dorp. We puffen en blazen, want we zitten op 3800m en dat voelen we ! We stoppen bij de grot van de mummies waar 6 mummies (een moeder met haar 2 kinderen, een chef op zijn troon en 2 mannen in zittende slaaphouding)  te bekijken zijn. Deze mummies zijn 800jaar oud. Ondanks dit akelig beeld voelt het natuurlijk aan.

We klimmen verder naar de mirador van de vulkaan. We stappen langs bergwanden waar de dorpelingen quinoa telen. Vanop de mirador hebben we een prachtig zicht over het dorp, de zoutvlakte en de vulkaan. Alejandro is soms meer chef dan gids, zo wil hij niet dat we 'smiddags buiten in het zonnetje eten, maar we houden voet bij stuk en installeren ons bij de andere tourgroep!  Na de middag maken we nog meer illusiefoto's, daarna rijden we over de zoutvlakte verder naar het cactuseiland. In de auto heb ik geen zonnebril aan, waarvoor ik de komende dagen de prijs zal betalen. Opnieuw Waw...een eiland vol cactussen te midden de zoutvlakte. Sommige cactussen zijn meer dan 5m hoog en als je weet dat ze 5mm per jaar groeien... De ramen en deuren van de gebouwen zijn van cactushout gemaakt !We wandelen het hele eiland rond, 2 Franse meisjes sluiten zich aan bij ons viertjes. Met 6 in de jeep rijden we naar het zouthotel aan de rand van Salar.

Hier logeren we voor de nacht. Het gebouw is van zoutblokken, alsook ons bed, de tafel, de stoelen,...het voelt warmer aan dan gedacht. Het zout absorbeert de warmte van de zon. 's Morgens moet alles vrij vlug gaan, want Alejandro wil al om 6 uur vertrekken. We rijden de hele dag op pistes door de hoogvlakte, deels steppe deels woestijn. Af en toe zijn er stops en gaan we stappen.  Dit gebied is volledig omgeven door vulkanen en bergen en vormen een natuurlijke grens met Chili. Het lijkt alsof we  in een natuurdocumentaire zitten...enorme vlaktes, prachtige bergen, meren met flamingo's, rotsformaties door erosie omgevormd tot grillige rotsen. Laguna Colorado is onze eindbestemming voor vandaag. Het hostel ligt op 4100m hoogte aan de voet van het meer. We maken nog een pittige en mooie wandeling naar de mirador van het meer. We zijn net op tijd terug om de mooie zonsondergang te zien. Het vriest buiten en binnen.


Na het avondeten kruipen we in onze slaapzak met ons thermisch ondergoed aan met 4 dekens boven ons. We hebben een slechte nacht en liggen, door de hoogte, veel wakker. Ook de laatste dag van onze tour zijn we vroeg op. Bij zonsopgang zijn we al bij de geisers. Indrukwekkend en fenomenaal: het vriest terwijl er warme dampen uit de geisers spuiten. In de putten broebelt het kokende water. We houden nog even halt bij Laguna Verde en strekken onze benen. Martien trakteert ons drietjes voor moederkesdag met een inkomticket bij de warmwaterbronnen (voor de kindertjes en co'tjes in België: ook jullie ticket ligt klaar bij de inkombalie). Zaaalig en spectaculair, in de vrieskou een warmwaterbad nemen. We fleuren helemaal op!

We rijden terug richting Uyuni, met nog enkele stops bij een meer, het dorp Quetena Grande en prachtige rotsformaties (lavastromen die door erosie mooie rotsformaties vormen). Deze tour bracht ons naar 1 van  de mooiste natuurplekken die we ooit bezochten, we vielen van de ene verbazing in de andere en zijn blij dat we dit konden zien en meemaken. De kou, de slechte nachten, het vroeg opstaan en de droge lippen waren het zeker waard ! Eénmaal terug in Uyuni is er niet veel tijd om na te genieten: eerst onze rugzakken herschikken, vlug wat eten en een uurtje later zitten we al op de avondbus naar Potosí.