We vinden een leuk hostel in de buurt van San Blas, de kunstenaarswijk
van Cusco. Er is een doe-het-zelf-keuken, zodat we elke morgen havermoutpap
kunnen maken. Cusco was de hoofdstad van het Inca-rijk en werd door de
Spanjaarden ingepalmd en gekoloniseerd. De stad is heel toeristisch (veel
winkeltjes en restaurants), maar aangenaam en gezellig om in rond te dolen, wat
we ook doen. We bezoeken de oude Inca-muren en zijn onder de indruk met welke
precisie de Inca’s deze enorme rotsblokken op en in elkaar zetten. In deze
muren zitten ook afbeeldingen van
dieren (die voor hen heilig waren)
verscholen. We vinden, met wat hulp, de afbeelding van de poema en de slang. We
bezoeken ook de grote centrale markt, San Pedro, waar veel vrouwen, in
traditionele kledij, letterlijk alles proberen te verkopen. We gaan af op het
geluid van fanfares en komen zo terecht in een processie ter ere van Maria. Er
wordt vuurwerk afgestoken en wel 20 mannen dragen het zware beeld van Maria,
omringd door vele gelovige Peruanen en fanfares. Er wordt gebeden, gezongen,
muziek gemaakt en veel bier gedronken. Blijkt dat deze processie de start is
van de Cusco-feesten.
Rond
Cusco ligt de Heilige vallei, met veel Inca-sites. We schrijven ons in voor een
daguitstap naar enkele sites. Ons busje zit maar half vol, plaats zat. We
bezoeken de Incasteden Pisac en Ollantaytambo, beiden gelegen op de flank van
een berg, met prachtig zicht over de valleien en de bergen. De Inca’s waren
heel bedreven in het maken van terrassen voor het telen van maïs en
aardappelen.’s Middags is er een buffet voorzien. Als we het restaurant
binnenkomen lijkt het wel alsof we op een trouwfeest terecht gekomen zijn…een
versierde zaal, live-muziek en een buffet om ‘U ‘
tegen te zeggen (t’ zijn ne
keer geen frieten of rijst ). We hebben in geen weken nog zo lekker
gegeten. Als we ’s avonds in Cusco
aankomen is er een parade op de Plaza. We zien veel glitter en er is veel
ambiance. Vele muziek- en dansgroepen
passeren langs de Plaza. Peruanen houden duidelijk van plezier en feesten.
Cusco is ook de uitvalsbasis om de Machu Picchu te bezoeken. De
treinrit vanuit Ollantaytambo en de Incatrail is heel duur en een weg naar de
Machu Picchu is er niet. Gelukkig is er ook nog een alternatief, dat de route ‘
langs de achterdeur naar de Machu Picchu’ wordt genoemd. ’s Morgens staan we
stipt om 7u aan de kerk van San Blas. Een microbus komt ons oppikken, wat een
heel gedoe blijkt te zijn. Pas om 8u30 zit het busje vol en kunnen we
vertrekken. Het wordt een rit van 120km door de bergen. We zigzaggen 2 uur
omhoog tot we de pas van 5200m bereiken en zigzaggen dan 2 uur weer naar
beneden. Het zicht is fantastisch, volgens Martien (want ik lag te pitten op de
pas). 7 uur later bereiken we de eindhalte, de parking van de electro-hydrica.
Van hieruit moeten we nog 10 km stappen langs de spoorweg. De wandeling is heel
tof en mooi. We volgen de rivier en de spoorlijn in de canyon, omgeven door
hoge bergen. We zijn hier in de tropen, met prachtige bomen en planten en
tropische vogelgeluiden. Het wordt al donker als we ‘ Agua Calientes ‘
bereiken, het stadje aan de voet van de berg Machu Picchu. In dit stadje zijn
veel toeristen, met allen hetzelfde doel: het magische ‘ Machu Picchu ‘ bezoeken.
Deze stad ligt op 2500m hoogte, in een zadel en volledig omgeven door terrassen. De Machu Picchu werd pas in 1911 ontdekt, na 400 jaar van verval. De stad is nog redelijk intact, met de Zonneberg, de astrologie-berg, enkele tempels,… we wandelen wat, rusten, laten alles tot ons komen. Kort na de middag dalen we de 1400 trappen af tot in Agua Calientes. Tijdens de ‘happy hour’ laten we ons gaan aan de lokale aperitief, de Piscosour ! We zijn beiden happy dat we de Machu Picchu bezochten.
De volgende dag reizen we terug naar Cusco. We wandelen de 10 km langs
de spoorlijn terug (we zien onderweg enkele groene papegaaien) en zijn stipt om
14u op de parking van de Hydro-electrica. Het is weer een heel gedoe tot alle
toeristen in het juiste busje zitten. We vertrekken uiteindelijk als laatste om
15u30. Het is meteen duidelijk dat onze chauffeur een ‘cowboy’ is en niet van
plan is om overuren te kloppen. Hij zigzagt de bergen op, zonder af te remmen,
soms met gierende banden in de draai. Hij mindert geen snelheid, zelfs niet in
de mist, boven op de pas. We zijn er niet gerust in, we willen niet eindigen
als één van de vele kruisjes langs de zigzagweg. Anderhalf uur vroeger dan
voorzien zijn we in Cusco. De volgende dag slapen we uit, gaan nog wat dolen in
de stad. Cusco is een gezellige stad, we hadden hier zeker nog enkele dagen
kunnen doorbrengen, maar het avontuur naar de amazone lonkt. We maken ons klaar
voor de nachtbus naar Lima, een rit van 20u en 900km ver.
Waauw... wat jullie allemaal meemaken... zo dicht bij het magische komen van oude volkeren... Daar kan ik alleen maar van dromen... en mediteren of course :)
BeantwoordenVerwijderensuuper verhalen, dankje om te delen !!!