donderdag 30 juni 2016

HUARAZ - CORDILLERA BLANCA ( 22 - 26 JUNI 2016 )


Als we landen gaan wij eerst op het gemakske eten, want we moeten pas om 21u30 bij de bushalte zijn. Die rust slaat totaal om in onrust als we naar de andere kant van Lima moeten en de 5-vaksbaan totaal dicht zit door het verkeer. Gelukkig is onze taxichauffeur een durver die zich een weg weet te banen door die heksenketel. We komen aan om 21u28 en we hebben bére chance want we moesten ons niet aanmelden om 21u30, maar het is vertrekken om 21u30. We zitten nog niet neer en de bus vertrekt. We komen om 5u30 aan in Huaraz. Dit is een zeer vervelend uur omdat we nergens heen kunnen: de hostels zijn nog gesloten waardoor we genoodzaakt blijven hangen in het busstation. Wij volgen
onze 'foot-print' tip en gaan naar 'Caroline-hostel'. We nemen sowieso een dagje rust want Huaraz ligt op 3.052m en dit betekent dat we weer even moeten wennen aan de hoogte. Huaraz werd in mei 1970 compleet verwoest door een aardbeving, wat duidelijk te merken is in de stad. Er waren 80.000 doden in de stad en nog veel meer in de omgeving. Alles moest opnieuw gebouwd worden. Deze stad is ingesloten door de prachtige bergketens van El Cordillera Blanca en Cordillera Negra. Vanuit de vallei zien we meer dan 23 pieken boven de 5000m, het is dan ook een waar paradijs voor allen die van hiken, klimmen,...houdt. Pol (een 66tiger) kwam hier anderhalf jaar geleden op reis en is

blijven hangen in het hostel, (We hebben de indruk dat hij een beetje in 'Love' is met Caroline??). Hij spreekt onze taal en is een bezeten hiker. Hij kent de hele omgeving uit zijn duim en kan ons ideale tips geven. We volgen zijn tip om een oefendagtocht te maken in de Cordillera Negra om te weten of we reeds klaar zijn om op hoogte te hiken. We laten ons met de collectivo brengen naar puente Santa del Cruz om daar de Wilcacotcha op te gaan tot aan de laguna. Een pp (pittige-prachtige), rb/rb (recht naar boven/recht naar beneden)tocht. Ongelooflijke vergezichten en puur genieten al is het wel naar adem happen. Wij kunnen hier de toerist uithangen maar onderweg is er een dorp en moeten jong en 
oud de berg op of naar beneden. Er is wel een piste maar ze hebben geen auto en een taxi is onbetaalbaar voor hen? Boven, op 3.800m,  is het zicht onbeschrijfelijk mooi. Moe maar nog niet voldaan komen we terug in ons hostel. We voelen dat we nog een tandje kunnen bijsteken en schrijven ons in voor een dagtocht naar Lagune 69, wat al een serieuzer kaliber is !

De volgende dag zijn we al om 5u op. Bij deze tocht gaat er een gids mee. Niet echt noodzakelijk maar het is een trekking tot op hoogte van 4.600m en het is een aanrader om dit toch niet alleen te doen. Voor ons geen bezwaar en we rijden met een bus mee. We zijn weer eens de oudste maar we weten dat elk zijn tempo mag stappen. We rijden tot op hoogte van 3.800 m en dan is het aan ons. De klim is zeer pittig maar lijkt ons iets minder steil dan gisteren. Het is een lange klim en de hoogte is hier eerder de spelbreker. We nemen onze tijd en het lukt ons aardig.
Een  zigzag klim tot aan het eerste meer en daarna nog een 'pppffftttt' klim tot aan laguna 69. Links, rechts, boven en/of  onder kijken alles is buitengewoon prachtig. Zo mooi dat we bijna de inspanning vergeten. We zien de hoogste berg Huascaran (6.768m) van Peru. Die lijkt zo dicht maar we weten ondertussen dat schijn bedriegt. Als we boven komen zijn wij apentrots en fier als gieters dat wij dit kunnen. Voetje voor voetje kunnen we heel veel aan en we mogen eens boffen met onszelf. Zelfs onze gids neemt ons eens ferm vast en feliciteert ons met ons hike gedrag. Awel....dit verdienen we want er moesten enkele afhaken en heel wat jongeren kregen middeltjes omdat hun poer op was. 
 
Laguna 69 is een plaats waar we een langere tijd zouden willen blijven hangen maar de afdaling is minstens even pittig en we moeten voor het donker beneden zijn. Elk stapt op zijn tempo terug naar beneden. Dit was een hoogdag voor ons. De volgende 2 dagen nemen we enkele Huaraz verken dagen. We ontdekken leuke pleintjes en gezellige restaurantjes. Op de Plaza is er weer eens feest! 




 

zondag 26 juni 2016

LIMA - IQUITOS ( 16 - 21 JUNI 2016 )


 
Lima is voor ons een beetje een noodzakelijke stop omdat we van hieruit de vlucht nemen naar Iquitos. We settelen ons in het oude stadsgedeelte in hotel Espana. Al bij al valt een halve dag Lima best mee. Als wij op straat komen krioelt het van de politie en allen hebben een hond bij zich met muilkorf. We weten dat de hoofdstad een meer onveilige plaats is maar dit is er echt over. Na enkele uren wordt alles duidelijk: er is een algemene evacuatie-oefening voor het geval er een aardbeving zou zijn. Dit gaat 2x per jaar door. Iedereen wordt geëvacueerd op het centrale Plaza de Armas. Drones
vliegen over ons heen, de hele stad is in beweging. Alle veiligheidsdiensten zijn aanwezig. Speciaal, wij wensen dat het enkel bij oefenen blijft en dit voor altijd. We vinden een gezellig restaurant waar we overheerlijke ceviche gaan eten. Een lekkere specialiteit. Na 1 dag Lima vliegen we naar Iquitos. Deze stad ligt diep in de Amazone en is enkel over water of via de lucht te bereiken. We hebben geen zin om 4 dagen op een boot te zitten, waardoor onze keuze snel gemaakt is. Het is een mooie vlucht: we vliegen het eerste uur boven het Andesgebergte en na de tussenlanding in
 
Pulcallpa vliegen we nog een uur over het eindeloze Amazonewoud. De aarde vanuit de lucht is spectaculair: de Amazone slingert zich als een dikke bruine kommel door het groen en de zijrivieren zijn verbonden als dunne draden. Bij aankomst in Iquitos gooit de vochtige warmte zich als een natte dweil over ons. Wat een verschil, bijna niet te geloven dat wij nog in een zelfde land zijn! De taxichauffeur die ons naar het centrum brengt heeft een vriend die amazone-trekkings organiseert. Aangezien we hiervoor in Iquitos zijn willen wij wel eens luisteren. Na enkele minuten horen en zien we dat wij niet bij de juiste persoon zijn. Hij toont foto’s op zijn pc (waarvan er vele van het net komen) die wij niet willen zien: tien mensen die een slang vasthouden, apen groot en klein op de armen van toeristen, kaketoe’s die uit de handen eten, gifkikkers die in de lens kijken, lokalen met strorokjes ? Het lijken dierentuinkiekjes, wij stellen ons de Amazone net iets anders voor. Het is ondertussen 16u, we zijn scheel van de honger en die man werkt op ons systeem. Wij hebben het niet gemakkelijk om hem het zwijgen op te leggen met zijn lachwekkende vertoning. Wij laten ons brengen naar hostel ‘green travel’. We weten dat zij trekkings organiseren en dit met alle respect voor de lokale gemeenschappen en het Amazone-leven. We

 
kiezen om met hen in de boot te gaan. Iquitos is ongezellig, doef en te veel motoriksja’s bezoedelen de vochtige lucht met hun kabaal en uitlaten. We vinden op loopafstand een restaurant waar we slechte pizza eten. De darmen van Filip hebben een baaldag en we wensen dat die toestanden weer snel beter worden. Wij gaan drie dagen wonen bij een gastgezin in het amazone-gemeenschap “Chino”. Dit dorpje ligt op 5 uren varen van Iquitos. En wij die dachten dat we al aan het eind van de wereld waren? Het is 1 uur varen met een snelle boot en aan de overkant worden we opgewacht om
dan nog eens 4 uren te varen naar Chino met een praw. We varen door het amazonewoud, we spotten heel veel mooie vogels, dolfijnen, vliegende vissen. Het is niet comfortabel zitten op de te lage banken, bij aankomst zijn we blij om de benen te strekken. Miguel en zijn familie ontvangen ons zeer hartelijk, zijn paalwoning wordt ook 3 dagen onze thuis. Chino is een leefgemeenschap van 250 zielen. De mensen zien er totaal anders uit, ze hebben een duidelijke ‘indianen-look’. We krijgen een eenvoudige maaltijd aangeboden (noedels met saus uit een pakje), wat ons smaakt. Omdat hier geen wegen zijn gebeuren alle verplaatsingen via het
 
water. Dus moeten wij weer de praw in (aj ons poep) om een pittige wandeling te maken verder in het woud. We smeren ons helemaal in met deet en bedekken ons waar we kunnen. Het heeft ons een vreemd en ongemakkelijk gevoel dat we ons niet kunnen oriënteren, we voelen ons opgeslorpt door de Amazone. Zonder Miguel zouden wij hopeloos verloren lopen. Ook hij neemt steeds een tweede persoon mee. De volgende gemeenschap woont op 1 uur varen en dan is het gedaan. Hierna enkel nog regenwoud. Op 2 dagen varen en 3 dagen stappen wonen er nog niet geciviliseerde stammen.  Miguel raadt ons af om hen te bezoeken want ze zijn agressief en doden buitenstaanders. We hadden sowieso geen plannen. We spotten vele vogels, apen, een luiaard en ook een familie kleine aapjes, de kleinste soort ter wereld. Ze blijven hoog in de bomen op veilige afstand. Miguel heeft oog en oor voor de omgeving. Hij hoort en ziet dingen die wij nooit kunnen ontdekken. We zien enkel bomen, struiken maar voor hen zijn het kruiden, geneesmiddelen, voeding. Er leven nog jaguars maar die zijn bang en houden zich schuil. (oeffe) We kunnen bij onze terugkomst ons zweet niet afspoelen want er is geen stromend water. Miguel is de chef van het dorp, hij heeft een generator die ’s avonds 2 uurtjes elektriciteit produceert. Hij heeft ook een

satelliet-telefoon en daar wordt gretig gebruik van gemaakt door alle inwoners. Eens het donker is valt er niet veel meer te beleven en we gaan  vroeg slapen. Om 6u komt de zon op en is er al snel weer leven in de brouwerij. We krijgen het meest speciale ontbijt ooit: gebakken vis met een zeer droge gele bal, gemaakt van ajuin, maïsmeel en een niet te eten bananensoort. De rijst van de voorbije dagen, het droge eten werkt wel herstellend voor de darmflora van Filip. We gaan weer op amazonetocht. Alles is nieuw voor ons: de geuren, de kleuren, de geluiden, de insecten van het woud. We
stappen 5 volle uren en keren kort na de middag terug. We zijn helemaal bezweet en hebben nood aan een schoonheidsbeurt. We wassen ons in de amazone, alhoewel het niet vanzelfsprekend is om een stabiel plaatsje te vinden. Filip gaat welgeteld 1 seconde het water in en is er al even snel weer uit want een vis(je) geeft hem een hap(je). Poedelnaakt en ons inzepen met lekkere geurende zeep is  voor alle insecten van Chino en omstreken het ideale moment om ons te proeven. Na onze wasbeurt zitten we vol beten (ik nog meer dan Filip want mij lusten ze echt rauw) en de jeuk is catastrofaal. Een amazone-herinnering die we niet snel kunnen vergeten. In de namiddag is er voetbal tussen “Chino” en “Nueva vista”, een
andere leefgemeenschap voor ‘el dia de papa’. Er hangt een leuk sfeertje en iedereen is buiten. Wij rusten wat in de  hangmat en supporteren als Miguel voetbalt. ’s Avonds maken we nog een wandeling. Het woud is totaal anders in het donker: andere geluiden, andere dieren. Voor geen miljoen zouden wij die wandeling alleen durven maken. Heel moe en Amazone-voldaan gaan wij slapen. De laatste morgen krijgen we zoutkoekjes als ontbijt en varen we het woud in. We gaan kaaimannen spotten in het gebied. Het water staat laag en het is eerder een takkentrektocht met de praw. Het is een nog kleinere (nog lastiger zitten) praw, deze keer moeten ze roeien. Het gebied is prachtig. Bomen waarvan de zijtakken in het water hangen en opnieuw een boom vormen.
Pure schoonheid. Het waterniveau is na het regenseizoen al 5m gezakt, wat duidelijk te merken is aan de stammen van de bomen. Dit is ook de reden dat ze in paalwoningen leven. Ondertussen is het winter en droogseizoen en kunnen ze te voet stappen van woning naar woning. In het regenseizoen is het varen geblazen en staat alles onder water. We spotten kaaimannen, dus een geslaagde speurtocht. In de namiddag nemen we afscheid van ons gastvrij gezin. Wij hadden er een fijne tijd maar maken de bedenking dat wij onmogelijk zouden kunnen leven in dit gebied. Het is compleet afgelegen en er is zero comfort. Ze gebruiken water uit de Amazone. Ze koken dit wel maar het heeft altijd een theekleurtje,  dus even verstand op nul als we het aangeboden krijgen. We


varen 3 uren terug want het is stroomafwaarts. Meer dan genoeg voor onze pijnlijke kanozitpoep. We moeten bij aankomst wachten tot de overzetboot vol is en hij vaart sowieso om 16u terug. We worden helaas in ‘tzak gezet. Als we even voor vier uur terugkeren is de boot zogezegd vertrokken? Een bootman biedt zijn valse diensten aan en wil ons voor een dure prijs met zijn speedboot naar de overkant brengen. Ondertussen komen de dagelijkse onweerswolken aangedreven en gaan de hemelsluizen open. Een tropische bui om ‘U’ tegen te zeggen. De rustige amazone wordt een

kolkende rivier en boomstammen drijven over het water. Jean-Claude, een medereiziger, onderhandelt ondertussen met de bootman. Als de natuur zijn rust wat terugvindt kiezen we toch voor de speedboot. We hebben geen andere keuze. Die tocht wordt de meest enge vaart van ons leven. De bestuurder vertrekt zeer brutaal en onmiddellijk in volle speed. Wij maken even een flauwe grap dat het boksbootje varen is. Maar dan merken we dat hij in slaap dreigt te vallen omdat hij ladderzat is. We hebben geen moment rust meer en het angstzweet breekt ons uit. Hij heeft een onverantwoord vaargedrag en raast aan 6Okm/u over het water. Hij ontwijkt op beangstigende wijze de drijvende boomstammen. We wisselen bange blikken met elkaar. Hij

heeft een zeer wisselend vaargedrag en wij zijn zeer opgelucht als we veilig en wel aan wal geraken. Hij krijgt van een verpleegster die ook mee was een ferme preek en van mij ook een zeer onvriendelijke preek. Hij is te zat om te reageren….Wij moeten ferm bekomen maar laten dit niet overheersen na al het moois van de voorbije dagen. We nemen een weldoende koude douche en gaan wandelen langs de malécon, waar het toch iets gezelliger is dan de vieze binnenstad. Wij voelen ons zeer goed en zijn bij de gelukkigen die dit mooie stuk Peru aan de lijve mochten
ontdekken en ondervinden.



 
 

woensdag 22 juni 2016

CUSCO - MACHU PICCHU ( 9 - 15 JUNI 2016 )


 
We vinden een leuk hostel in de buurt van San Blas, de kunstenaarswijk van Cusco. Er is een doe-het-zelf-keuken, zodat we elke morgen havermoutpap kunnen maken. Cusco was de hoofdstad van het Inca-rijk en werd door de Spanjaarden ingepalmd en gekoloniseerd. De stad is heel toeristisch (veel winkeltjes en restaurants), maar aangenaam en gezellig om in rond te dolen, wat we ook doen. We bezoeken de oude Inca-muren en zijn onder de indruk met welke precisie de Inca’s deze enorme rotsblokken op en in elkaar zetten. In deze muren zitten ook afbeeldingen van
dieren (die voor hen heilig waren) verscholen. We vinden, met wat hulp, de afbeelding van de poema en de slang. We bezoeken ook de grote centrale markt, San Pedro, waar veel vrouwen, in traditionele kledij, letterlijk alles proberen te verkopen. We gaan af op het geluid van fanfares en komen zo terecht in een processie ter ere van Maria. Er wordt vuurwerk afgestoken en wel 20 mannen dragen het zware beeld van Maria, omringd door vele gelovige Peruanen en fanfares. Er wordt gebeden, gezongen, muziek gemaakt en veel bier gedronken. Blijkt dat deze processie de start is van de Cusco-feesten.

 
Rond Cusco ligt de Heilige vallei, met veel Inca-sites. We schrijven ons in voor een daguitstap naar enkele sites. Ons busje zit maar half vol, plaats zat. We bezoeken de Incasteden Pisac en Ollantaytambo, beiden gelegen op de flank van een berg, met prachtig zicht over de valleien en de bergen. De Inca’s waren heel bedreven in het maken van terrassen voor het telen van maïs en aardappelen.’s Middags is er een buffet voorzien. Als we het restaurant binnenkomen lijkt het wel alsof we op een trouwfeest terecht gekomen zijn…een versierde zaal, live-muziek en een buffet om ‘U ‘
tegen te zeggen (t’ zijn ne keer geen frieten of rijst ). We hebben in geen weken nog zo lekker gegeten.  Als we ’s avonds in Cusco aankomen is er een parade op de Plaza. We zien veel glitter en er is veel ambiance.  Vele muziek- en dansgroepen passeren langs de Plaza. Peruanen houden duidelijk van plezier en feesten.

 
 
Cusco is ook de uitvalsbasis om de Machu Picchu te bezoeken. De treinrit vanuit Ollantaytambo en de Incatrail is heel duur en een weg naar de Machu Picchu is er niet. Gelukkig is er ook nog een alternatief, dat de route ‘ langs de achterdeur naar de Machu Picchu’ wordt genoemd. ’s Morgens staan we stipt om 7u aan de kerk van San Blas. Een microbus komt ons oppikken, wat een heel gedoe blijkt te zijn. Pas om 8u30 zit het busje vol en kunnen we vertrekken. Het wordt een rit van 120km door de bergen. We zigzaggen 2 uur omhoog tot we de pas van 5200m bereiken en zigzaggen dan 2 uur weer naar beneden. Het zicht is fantastisch, volgens Martien (want ik lag te pitten op de pas). 7 uur later bereiken we de eindhalte, de parking van de electro-hydrica. Van hieruit moeten we nog 10 km stappen langs de spoorweg. De wandeling is heel tof en mooi. We volgen de rivier en de spoorlijn in de canyon, omgeven door hoge bergen. We zijn hier in de tropen, met prachtige bomen en planten en tropische vogelgeluiden. Het wordt al donker als we ‘ Agua Calientes ‘ bereiken, het stadje aan de voet van de berg Machu Picchu. In dit stadje zijn veel toeristen, met allen hetzelfde doel: het magische ‘ Machu Picchu ‘ bezoeken.
 
Als we willen informeren voor de beklimming van de berg, blijken alle infokantoren al gesloten te zijn. zonder goede info, geen beklimming. We regelen een busticket naar boven voor morgenvroeg. In de vroege ochtend zijn we duidelijk niet de enigen die de bus van 5u30 willen nemen. Maar alles is hier goed geregeld en tegen 6u zijn we op de Machu Picchu. De bergen, de Incastad is nog in de mist gehuld. We zijn stille getuigen hoe de mist verdwijnt en zo de schoonheid van de Incastad prijsgeeft. We wandelen naar de ‘ Puerte del Inca’, vanwaar we de stad volledig kunnen overschouwen.
Deze stad ligt op 2500m hoogte, in een zadel en volledig omgeven door terrassen. De Machu Picchu werd pas in 1911 ontdekt, na 400 jaar van verval. De stad is nog redelijk intact, met de Zonneberg, de astrologie-berg, enkele tempels,… we wandelen wat, rusten, laten alles tot ons komen. Kort na de middag dalen we de 1400 trappen af tot in Agua Calientes. Tijdens de ‘happy hour’ laten we ons gaan aan de lokale aperitief, de Piscosour ! We zijn beiden happy dat we de Machu Picchu bezochten.


 
De volgende dag reizen we terug naar Cusco. We wandelen de 10 km langs de spoorlijn terug (we zien onderweg enkele groene papegaaien) en zijn stipt om 14u op de parking van de Hydro-electrica. Het is weer een heel gedoe tot alle toeristen in het juiste busje zitten. We vertrekken uiteindelijk als laatste om 15u30. Het is meteen duidelijk dat onze chauffeur een ‘cowboy’ is en niet van plan is om overuren te kloppen. Hij zigzagt de bergen op, zonder af te remmen, soms met gierende banden in de draai. Hij mindert geen snelheid, zelfs niet in de mist, boven op de pas. We zijn er niet gerust in, we willen niet eindigen als één van de vele kruisjes langs de zigzagweg. Anderhalf uur vroeger dan voorzien zijn we in Cusco. De volgende dag slapen we uit, gaan nog wat dolen in de stad. Cusco is een gezellige stad, we hadden hier zeker nog enkele dagen kunnen doorbrengen, maar het avontuur naar de amazone lonkt. We maken ons klaar voor de nachtbus naar Lima, een rit van 20u en 900km ver.