vrijdag 19 augustus 2016

NAAR HUIS ( 20 - 21 AUGUSTUS 2016 )



Het is ongelooflijk hoe vlug de dagen, weken, maanden voorbij vlogen. Onze reis door Midden- en Zuid-Amerika was prachtig, we hebben van dit alles genoten. Deze reis was in veel opzichten anders dan onze Azië-reis. Maar vergelijken heeft geen zin, we kunnen geen appels met peren vergelijken. We hadden op deze reis veel te maken met “extremen”: extreme hoogtes, extreme temperaturen, extreme afstanden,… Daarnaast stonden we heel dicht bij enkele natuurfenomenen: actieve vulkanen, aardbevingen, woestijnen,.. We ontmoetten veel indigenos. We hadden ook veel uitzonderlijke ervaringen, o.a. de zoutvlakte, walvissen spotten op zee, het modderbad in de krater van een vulkaan, op de zonneberg staan van de Maya’s en de Inca’s, de bergen en lagunes van het Andesgebergte, het meest noordelijk punt van Zuid Amerika,...
We zagen rijkdom, maar vooral veel eenvoud en armoede. We beseffen meer dan ooit dat wij bofkonten zijn, dat wij het heel goed hebben in België.


Het is goed geweest, het is evengoed dat we kunnen terugkeren. Niet te geloven dat onze reis voorbij is, het voelt ook nog niet zo aan. Maar er is ook het verlangen om iedereen terug te zien! Morgen komen we weer thuis!
Maar eerst nog 3 vluchten: via Atlanta, Amsterdam naar Brussel

Filip en Mar10
Ps. Fran, Tuur, Nore, Marthe, Siem, Oona en Chicootje…Meetie en peetie kochten veel kadootjes voor jullie !!! :):)


EVEN TERGBLIKKEN OP COLOMBIA ( 17 JULI - 20 AUGUSTUS 2016 )



Colombia BOEMT! Zowel Colombianen als buitenlandse toeristen hebben Colombia als reisbestemming ontdekt. Colombia biedt voor elk wat wils, het heeft voor elke type reiziger, jong of oud, wel iets in petto.  het is een heel gevariëerd land, met de Caraïbische kust, de bergen, woestijn, de waxpalmen,…We vonden Colombia een heel leuk land om door te reizen. De meeste Colombianen zijn vriendelijk, behulpzaam en  staan altijd klaar voor een babbeltje. Ze willen weten wie we zijn, vanwaar we komen, of we kinderen hebben en wat ons beroep is. En natuurlijk de belangrijkste vraag: of we Colombia een leuk land vinden om door te reizen! Leuk ja, maar ook een lastig land om door te reizen. Een directe bus (naar de volgende bestemming) is in de praktijk heel wat minder direct ( we moesten tweemaal 5 keer overstappen). Colombianen zijn slecht in organiseren, al doen ze wel alsof, met hun passagierslijst in de hand. Het duurt gemakkelijk een extra uur tot je effectief vertrekt (en niemand die weet wie op wie of wat wacht). Daarnaast is de Colombiaanse tijd duidelijk anders dan de Westerse tijd…nog 5 minuutjes betekent hier ‘nog 50 minuten’ ! Alles gaat er relax aan toe…don’t worry, be happy! Toch is het een fantastisch land om door te reizen!
De sfeer in Colombia deed ons soms denken aan die van  Cuba: overal muziek,  vrolijke mensen,.. Colombianen zijn levensgenieters ( vooral in het Noorden) en zeer sociaal. Ze zitten altijd met een groepje samen, met muziek en drank. In het weekend trekken ze er met vrienden en familie massaal op uit ( waar we steeds rekening mee hielden). We hebben heel veel vrienden in Colombia want iedereen spreekt ons aan met “Ola amigo of Mi amor…”. Colombia kampt nog steeds met het imago van een ‘gevaarlijk en onveilig land’. Toen we het land doorreisden hadden we toch wel vlug door dat Colombia meer is dan de Farc en drugs. Er zijn wel  nog overal en massaal politie en soldaten aanwezig in het straatbeeld. Het openbaar vervoer is over het algemeen veilig, maar een nachtbus nemen tussen Popayan en San Augustin is een afrader. Niet dat het daar extra gevaarlijk is maar de bus doorkruist een lange tijd puur natuur waardoor rovers sneller een kans zien. We waren ook nooit laat op straat  (deze gouden regel geldt trouwens voor heel Zuid-Amerika). We hoorden meerderde verhalen van gestolen gsm’s en recent een drietal verhalen in de buurt van Taganga- Santa Marta van overvallen ‘s nachts met bedreiging met geweer of mes.
Net zoals veel andere Zuid-Amerikaanse landen is er een groot verschil tussen de rijke en de arme klasse. Er is slechts een kleine middenklasse, waardoor de extremen van arm en rijk nog duidelijker zijn. In de steden zie je de hipste winkels, auto’s en kledij terwijl je na 5 minuten rijden uit de stad echte sloppenwijken ziet, barakken gemaakt van afval, omgeven door  vuilnis. Onderwijs is geen prioriteit voor de Colombiaanse overheid. Er is in theorie wel schoolplicht voor alle kinderen tussen 6 – 13 jaar, maar in de praktijk gaan heel wat kinderen ( van de armere klasse) niet naar school.  Ignace, een Spanjaard die in Colombia in een NGO werkt om kinderen te ondersteunen, o.a. in scholen, bevestigde dit. Het niveau van onderwijs is in de dorpen dikwijls zo laag dat de overgang naar de hogere school een groot probleem is. De gezondheidszorg is goed georganiseerd voor de rijkere klasse, heel wat minder voor de armere klasse. Er gaat een deel van hun loon naar een gezondheidsverzekering, die dan  de kosten op zich neemt voor medische kosten en medicamenten. Voor de armere klasse is er enkel basisondersteuning.

 
Colombia betekent voor ons: lekkere panela, limonada en koffie & arepa’s , plata’s, en gefrituurde vis  & overheerlijk fruit & overal en altijd vrolijke muziek & lange en lastige busritten & vriendelijke mensen & kleurrijke gebouwen, prachtige graffiti & het Noordelijkste punt van onze reis in Zuid-Amerika & slapen in hangmatten & woestijn & gele, witte en groene blusapparaten & het laatste land op onze fantastische reis.
 
 
 
 

BOGOTA ( 18 - 20 AUGUSTUS 2016 )


Voor de laatste keer maken we onze grote rugzakken klaar. Met gemengde gevoelens verlaten we Cartagena. Het is snikheet, 35°C. De airco in de taxi zorgt voor enige verkoeling. Om 11u30 stipt vertrekt ons vliegtuig, richting Bogota. Een uurtje later begint de afdaling, eerst door de wolken en dan…zien we regen! We dachten dat we van Cartagena naar Bogota vlogen, maar we vlogen eerder van de hete zomer naar de druilerige winter. Daar zit ik dan met mijn sandalen, korte broek en t-shirt aan in het vliegtuig! Ik zoek mijn winterkleren in de rugzak en doe die aan voor we buiten komen (voor ik een verkoudheid krijg). Het is hier nat en koud, meer dan 20°C verschil! Voor het eerst op reis reserveerden we lange tijd op voorhand ons hostel, kwestie van zeker te zijn van een goed bed in de drukke stad. Wat blijkt?  Hostal Lima Lemon is onze boeking kwijtgeraakt! In de regen gaan we op zoek naar een ander hostel, wat geen evidentie is in Bogota. We vinden een kamer in hostal Tip Top, en de naam doet deze casa alle eer aan. Het hostal is gelegen in “La Candelaria”, de oudste en gezelligste buurt van Bogota. Deze buurt wordt getypeerd door kleurrijke, oude huisjes, historische gebouwen, kerken, smalle straatjes en een bruisend studenten- en kunstenaarsleven. Alles voelt nochtans grijs aan. We hebben honger en gaan op zoek naar een restaurant. Bogota en La Candelaria valt ons tegen, het is zondermeer een
grootstad. Of toch niet? Als we terugwandelen ontdekken we een heel leuke en hippe buurt met veel gezellige winkeltjes en restaurantjes. In het hostal en omgeving is er ‘s avonds geen water (door werken in de straat)…dat belooft; geen water om te koken, geen douches, geen toilet,…dat is minder tiptop. De volgende morgen is het waterpro- bleem gelukkig opgelost, alleen is er enkel ijskoud water in de douches (wat minder tiptop is). Martien had een slechte nacht, last van de hoogte of zijn het de emoties die kriebelen? De volgende morgen schijnt de zon! We bezoeken het goudmuseum, El museo del Oro, een must in Bogota. Dit museum herbergt 30.000 gouden voorwerpen uit het pre-Spaanse tijdperk, maar ook veel keramiek en textiel, prachtig allemaal!  Na de middag ontdekken we verder de hippe buurt. Het is zonnig weer, overal zitten studenten in groepjes een pint te drinken en te keuvelen. Op het plein zijn er optredens voor vrede, liefde en verscheidenheid. Even verder is er een mooi percussie-optreden en is er een koppel dat tango danst. Zo is Bogota nog gezelliger dan gedacht. We sluiten onze dag af met een mojito en bekijken samen, bij wijze van afsluit, alle filmpjes die we maakten tijdens onze 6maanden op reis. Morgenvroeg om 3u30 brengt de taxi ons naar de luchthaven.
 
 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

woensdag 17 augustus 2016

CARTAGENA - PLAYA BLANCA ( 12 - 17 AUGUSTUS 2016 )


We verblijven in het oude stadsgedeelte van Cartagena. Deze oude stad staat, zeer terecht, op de werelderfgoed lijst van de Unesco. Cartagena is een ommuurde stad, heel mooi en zeer gezellig. De 11km lange wandeling op de vestingmuren laten we voor wat het is. We hebben geen zin om in een tropische hitte van 35°C te kuieren op een vestigingsmuur. We verkennen de stad in de voormiddag en de late namiddag, de momenten dat wij de warmte het best kunnen trotseren. De oude Spaanse vestigingsstad is een levendig, kleurrijk openluchtmuseum. Een wirwar van smalle straatjes

vol kleurrijke huizen, een mengeling van diepblauw, verbrand oranje, oker, zachtroze. De schoonheid slorpt onze aandacht op. Over de vestingsmuren voelen we de lauwe zeebries van de Caraïbische zee. De bevolking is voornamelijk negroïde. Dames verkopen vers fruit op alle hoeken en pleinen. We mogen van hen een kiekje nemen als we fruit kopen, wat we natuurlijk doen want zoals overal in Colombia smaakt het fruit overheerlijk. Op Plaza de Bolivar is er veel te beleven. De lokalen kuieren er op de banken, er worden dansvoor-stellingen gegeven, venters verkopen er ijs en frisdranken. Een leuke plek om aan de praat te geraken. Wij vinden

Cartagena een leuke stad en staan versteld van de rijkdom die hier te zien is. Maar we zien ook veel sukkelaars die op de dool zijn. Vanuit Cartagena maken we een trip naar de vulkaan Totumo. We keken hier al lang naar uit, want in de krater van de vulkaan kunnen we een modderbad nemen. Wat een bijzondere ervaring! We blijven gewoon drijven in de modder, zinken is onmogelijk! Gelukkig want anders zouden we 2000m diep zinken. Filip blijft gewoon hangen in de modder maar bij mij lukt dit niet. Mijn knieën komen telkens naar boven en ik kom zo op mijn rug te liggen.  Ik kan dit
niet tegen houden en moet de hele tijd gieren van het lachen. Filip moet mijn knieën naar beneden duwen. Een modder- kompaan weet ons te zeggen dat we gewichtloos zijn zoals op de maan. We weten dit niet want we waren nog nooit op de maan?? Na het modderbad moet we de steile, glibberige trap naar beneden sukkelen en dat is niet van de poes. Wasdames staan beneden klaar om ons af te spoelen met zeewater, gewoon  water is niet beschikbaar. Dit tegen betaling van 4000pesos. Het doet deugd en met een glimmend velletje keren wij terug. Onze laatste dagen in Cartagena willen we eilandhoppen. Na heel wat zoekwerk komen we tot de conclusie dat het ons niet meer zal lukken om naar de San Bernardo archipel te reizen met zijn prachtige, kleine

eilanden. We zouden lang onderweg zijn en het zou ons extra veel pesos kosten. We vinden wel een alternatief, Playa Blanca op het schiereiland Baru. Vanuit Cartagena worden dagtrips georganiseerd maar daar voelen wij niets voor. Het is geen evidentie om aan de juiste informatie te geraken om er alleen naartoe te reizen, we krijgen telkens andere informatie. Ze maken het solo-reizigers niet gemakkelijk. We vinden uiteindelijk een bus! We worden opgehaald om 8u aan de ingangspoort van de oude stad. Stipt als we zijn, staan we om 7u45 aan de poort. De zon is al vroeg van de partij en
helemaal verhit kunnen we pas om 9u op de bus stappen. Eénmaal aangekomen valt alle ‘wacht’ frustratie van ons af. Het witte strand, de turkooisblauwe zee, de helder blauwe lucht, meer moet dat echt niet zijn. We hebben zo goed als geen bagage bij, we lieten onze grote rugzakken achter in Casa Viena in Cartagena. Het strand is te bereiken met boten en bussen.  Waar de bussen aankomen en de boten aanmeren is het behoorlijk druk. De Colombianen hebben ook een vrije dag op 15 aug. Wij stappen weg van de drukte, richting hostals op het strand. Alle hutten en eethuisjes zijn
smaakvol geschilderd, er is een leuke sfeer. Omdat we geen zin meer hebben om in hangmatten te slapen zoeken en vinden we een (zeer) basic hutje in casa del arbol.  In de hut staat een bed, met een slechte matras, in het zand. Basic mag je zeer letterlijk nemen, maar het oogt heel gezellig. Er is geen lopend water, er wordt gekookt op houtvuren, er is alleen ’s avonds elektriciteit met een generator. Het is niet te geloven maar zelfs al nietsdoen vliegt de dag zo voorbij. We dobberen bijna de hele tijd in de zee. Er zijn enkele eenvoudige eethuisjes waar ze uiteindelijk overal hetzelfde aanbieden. De dagjestoeristen vertrekken om 14u met de bussen en boten, er blijven er weinig  om de nacht op het eiland door te brengen. Het slapen in de hut valt tegen. In onze hut hebben we een ventilator maar de generator valt na enkele uren uit waardoor de hitte niet te dragen is. Ik hou het niet uit en ga toch in een hangmat verder slapen. ‘s Morgens nemen we meteen een frisse duik in de zee. We hebben de zee en het strand voor ons alleen. Na het ontbijt gaan we op zoek naar een betere slaapruimte. We vinden in hostal Buena Onda een kamer in haar bamboehostel. Ook al is de zon niet van de partij, het blijft zeer warm! We wandelen op het gemak langs de branding en lezen ons boek uit. Madammen bieden massages aan, tegen betaling weliswaar, en ik geniet van hun diensten. We vertoeven vooral in het water, net niet lang genoeg om schubben

en vinnen te krijgen. Na een veel comfortabelere nacht starten we onze dag in de zee. Een baantje trekken in de kabbelende zee doet vreselijk deugd. We genieten ervan om op het gemak en op een zeer mooie locatie uit te bollen van onze fantastische reis. Terug in Cartagena houden we nog een ereronde. Onze rugzakken vullen staat in het teken van terugkeren naar huis. We kregen van Jolle en Wendy ook nog megafantastisch “JIEHAAAAA” nieuws. Ze krijgen nog een chicootje bij. Oona wordt grote zus. Wij zijn heel heel blij en gelukkig J




 



donderdag 11 augustus 2016

PALOMINO - SANTA MARTA ( 6 - 11 AUGUSTUS 2016 )

 

In het weekend trekken veel Colombianen er met vrienden en/ of familie op uit en zoeken de frissere oorden op. We hadden het moeten weten: op een zaterdagnamiddag arriveren is miserie zoeken! Alle cabana's, bungalows en kamers op & in de buurt van het strand zijn volzet. Er zit niets anders op dan terug te wandelen naar het dorp, waar we, gelukkig, wel nog een kamer vinden. Palomino is meteen ons ding, het is op en top Colombiaans en het is zaterdag- avond: uitgaansavond!  Het is een klein dorp langs de grote verbindingsweg Santa Marta- Riohacha met slechts enkele
zandwegjes. In het dorp zijn veel gezellige eethuisjes en bars, allen buiten natuurlijk. De komende dagen willen we chillen, genieten van het strand en de zee. We vinden wat verderop een ander leuk hostel, Hostel Aluna, en verhuizen de volgende dag onze mochilla's. Net op dat moment arriveren ook Evelien en Lesley, 2 Vlaamse meiden uit Roeselare die we al eerder ontmoetten op reis. Het is een leuk weerzien. We verblijven hier drie dagen. Alle dagen zien er ongeveer hetzelfde uit: s morgens uitgebreid ontbijten. Onze zelfgemaakt fruitsap en fruitsalade is verrukkelijk! Daarna blijven we in het hostel of gaan we wandelen in het dorp. Na de middag wandelen we naar het strand, waar we

 
lezen, zwemmen in de wilde zee, duiken in de metershoge golven en chillen. Waw, dit zijn de Caraïben...palmbomen, strand, snikheet weer...Alé, voor mij is het vooral lezen en een beetje zwemmen en voor Martien is het vooral in de zee zwemmen en een beetje lezen. Bij valavond verzamelen veel kleine groene papegaaien in de palmbomen en krijsen er op los. s' Avonds gaan we in een lokaal restaurantje wat eten. Je kan in de rivier in de buurt ook tuben, maar we laten dit maar voor wat het is. Af en toe zien we  in het dorp ook indigenos uit de Sierra Nevada, uit de bergen. Ze vallen op door hun witte ( of wat wit zou moeten zijn) kledij en lijken echt op indianen. Ze zijn van de Kogui-stam en spreken een eigen taal. Ze komen in het dorp spullen kopen & verkopen. Na Palomino reizen we terug naar Taganga, waar onze Noordelijke reis begon. Maar eerst houden we halt in Santa Marta, de grote stad in de buurt. We zijn aangenaam verrast door de vele en mooie graffiti en schilderwerken op de muren. We gaan er eten en Martien laat haar coupe wat bijknippen. 's Avonds zijn we terug in Casa de Felipe, ons hostel in Taganga. Nog één dag relaxen, zwemmen in zee, kadootjes kopen. Morgen reizen we door naar onze voorlaatste bestemming, Cartagena.Het einde van onze Filmardecamino-reis komt steeds meer in zicht.


 

TAGANGA - JEEPTOER GUAJIRA ( 31 JULI - 6 AUG 2016 )

 
 

 
 
We landen in Santa Marta en nemen meteen een taxi naar Casa de Félipe in Taganga.  Het is donker als we er aankomen. Het guesthouse, dat iets buiten het centrum ligt, is zeer gezellig en ligt in een mooie, groene omgeving. We voelen meteen dat de temperatuur hier heel wat hoger ligt waardoor de ventilator in onze kamer extra mag blazen. We hadden al horen ronken dat het meest noordelijke gebied van Colombia, Guajira, prachtig is en beslissen om erheen te gaan. De kleurrijke tassen die we overal zien worden gehaakt door de Wayuu’s en ze leven trouwens in dit gebied. We willen er wel 1tje kopen. Onze eerste dag in Taganga is een zoektocht om in het Guajira-gebied te geraken. Er worden
vanuit Taganga meerdaagse jeeptours georganiseerd maar deze vertrekken pas als er 4 reizigers zijn. Nicolas, een Belg die zich settelde in Taganga verzekert ons dat we binnen een paar dagen zullen kunnen vertrekken, ofwel met hem ofwel met een vriend van hem. Wij zijn super blij en genieten voor de rest van de dag van Taganga. Het is een vissersdorp maar we hebben de indruk dat toerisme hier ook een goede bron van inkomsten is. We zijn aan de Caraïbische kust en er is hier een totaal andere sfeer. Veel relaxer, een andere mix van bevolking en overal vrolijke accordeonmuziek met een Caraïbische beat.  Het is duidelijk dat ze elkaar proberen te overbluffen met het volume van hun muziek. Gelukkig
 
 
verblijven we iets buiten het centrum. Taganga is omgeven door het park Nacionaal de Tayrone. Er zijn exotisch witte stranden die enkel per boot te bereiken zijn. We laten ons volledig gaan en kiezen voor een trip naar Playa Cristal. Het is een uur varen maar veel romantisme komt er niet aan te pas tijdens het varen op de volle zee. De golven zijn behoorlijk wild en het lijkt alsof we telkens in diepe putten terecht- komen en er weer uit moeten. Het is loeiend heet waardoor het minder erg is dat we af en toe een golf over ons heen krijgen. Het strand is exotisch mooi. We zoeken een schaduwplaats en gaan eerst wat snorkelen. We zijn altijd in ons sas als we de onderwaterwereld kunnen bewonderen. De
uren vliegen zo voorbij, we wisselen het zwemmen af met lezen in onze boeken. We horen in de verte de donder al roffelen. Als we willen terugvaren is de blauwe lucht omgeruild voor donkergrijze lucht. De terugtocht is nog natter, de regen valt met bakken uit de lucht. Als we aan wal komen zijn we kleddernat, het is een plakkie- bedoening maar absoluut niet koud. Integendeel. We horen van Nicolas dat niet hij ons zal gidsen bij de jeeptoer naar het Guajira-gebied maar een vriend van hem. Alleen vraagt die vriend ook meer pesos. Wij zijn ontgoocheld en willen niet nog meer
 
geld uitgeven. We beslissen om op eigen houtje  naar daar te reizen. We moeten eerst naar  Riohacha, dat aan de rand van het gebied ligt. Wij hopen om daar een jeeptour te regelen. We boeken een rechtstreekse minibus vanuit ons hostel tot in Palomino, om vandaar door te reizen naar Riohacha. We staan paraat om 7u30 met enkel onze dagrugzakken (veel hebben we niet nodig in het hete weer). We ondervinden weer aan den lijve dat enkel de weg rechtstreeks is maar niet het vervoer. Weer een heel gedoe van wachten, wisselen van auto. Mensen die in- en uitstappen. Op een bepaald moment
wil de chauffeur niet meer verder rijden omdat we slechts met 4 overblijven. We weten wel dat we een beetje naar een uithoek reizen maar dit was niet de deal die we maakten. Na veel gezaag van ons 4 kan een vriend van de chauffeur ons plots meenemen. Het is pokkeheet als we aankomen in Riohacha, het lijkt wel dat de zon op aarde is gevallen. Het worden nog enkele lastige zweeturen vooraleer we de juiste man vinden voor  een jeeptour. We ontmoeten hem dan nog per abuis. Terwijl we ’s middags eten op een terrasje stopt voor onze neus een jeep en dropt er 4 toeristen. Wij vragen hen wat ze deden en hoe het was. Hun 8 duimen spreken boekdelen waardoor we  de chauffeur meteen aanspreken. 
 
 
Franco werkt voor expotours, na een kort overleg is alles geklonken. We zijn superblij dat we onze droomtour met hem kunnen regelen. De aanhouder wint altijd!! We wandelen nog even langs de Malécon. Onder de palmbomen zitten de Wayuu-dames hun kleurrijke tassen te verkopen. Prachtige kunstwerken!  Met Franco en nog een Colombiaans koppel (leeftijdsgenoten) vertrekken we de volgende morgen richting woestijngebied. De enige smalle asfaltweg van 60 km wordt gereden tot in Uribia, dit is de laatste stad voor de woestijn en is  de laatste stop waar we inkopen kunnen doen, bvb. vele liters drinkbaar water. In de woestijn zelf is dit niet meer mogelijk. Ook de jeep wordt volgetankt.  Al is tanken
een foute uitdrukking. Overal zien we primitieve, geïmproviseerde tankstations. Men haalt goedkope benzine in tonnen en jerrycans uit Venezuala  (wij vermoeden illegaal?).. De benzine in de jerrycans wordt met een slangetje in de tank gegoten.  De asfaltweg wordt vrij snel omgeruild tot een zandpiste en daarna is er al helemaal niets. Wij zouden hier vrij snel onze weg verliezen.  We houden een eerste stop bij de Salinas, een zoutgebied waar het zout wordt ontgonnen voor  lokaal gebruik  in Colombia. We rijden steeds dieper de woestijn in. Het gebied is magisch mooi, zeer afwisselend en
 
uitgestrekt; zandduinen, eindeloze zandvlaktes. We hebben een beetje een déja-vu-gevoel met de zoutvlaktes, maar dan niet door het zout maar door het zand, af en toe de turkooisblauwe zee die de woestijn binnenstroomt, uitgestrekte cactusgebieden, rotsachtige gebieden. Aanvankelijk dachten we dat dit rotsen en stenen waren, maar later blijkt dat dit allemaal koralen zijn. We vinden dit zeer bizar! Later hoorden we dat dit gebied  vele vele lange jaren geleden onder de zee lag. Vandaar dat er overal nog  grote, mooie witte schelpen liggen. De natuur is zeer bijzonder. Maar wij vinden het nog meer bizar dat er mensen in dit droge, warme gebied wonen. Hier wonen de Wayuu in
harde primitieve omstandigheden. De Wayuu hebben een matriarchale samenleving.  Ze wonen in een primaire hut, gemaakt van cactushout. Wij begrijpen niet hoe ze hier kunnen overleven. Ze haken wel prachtige tassen die ze verkopen, maar we kunnen ons niet voorstellen dat ze hiervan kunnen leven. Langs de pistes staan kindjes (zeer jong en nog jonger) met een gespannen touw over de piste om de jeeps tegen te houden om zo hun “snoepjestax” te innen. Het zijn mooie beelden maar het is ook schrijnend. Het is een bedenkelijke dagactiviteit, de hoeveelheid ongezonde voeding die ze zo binnenhalen kan niet goed voor hen zijn. Het toerisme boomt hier nog niet maar wat als dit zo komt?
 
Franco heeft hen ook af en toe een zakje water. Soms staan ze op plaatsen waar in de verste verte geen hut te bespeuren is? Onze eerste stop (na 180km) is in Cabo de la Vela. Het ecotoerisme zorgt voor een bron van inkomsten en daardoor is er in dit dorp elektriciteit. We mogen ons installeren, wat niet veel werk is. We hoeven enkel onze rugzak onder onze chinchorro te leggen. Een chinchorro is een geweven hangmat met aan weerzijden gehaakte flappen. Ook deze kleurrijke kunstwerken worden door de Wayuu’s gemaakt. De hangmatten hangen beschut tegen de zon en met zicht op zee. De hete zeebries is aardig meegenomen. We verkennen de prachtige omgeving die bestaat uit hoge rotskliffen. Er is
geen stromend water waardoor we ons enkel kunnen opfrissen met zeewater, dat men speciaal voor ons in tonnen doet. Drinkbaar water wordt aangevoerd met tankwagens. Voor we ons nestelen in onze chinchorro bewonderen we nog de mooie sterrenhemel. We hebben een behoorlijke nacht in onze matten. We beleven ook een belangrijk moment op onze reis. Na maanden reizen in Zuid-Amerika bereiken we het meest Noordelijke punt van Zuid-Amerika, Punta Gallinas. Met een duizelingwekkend landschap, gelegen aan een prachtige baai, zeer hoge duinen en een wilde zee. We plonzen in zee en beleven een dol-fijn moment. Zelfs voor een 4x4 jeep is de weg soms onberijdbaar. We geraken vast
 
in het mulle zand. Raar maar waar, maar in een mum van tijd komen er van overal  kinderen en mannen kijken en vooral helpen. We geraken een beetje aan de praat met 2 kindjes. Zij zijn op zoek naar water op hun blote voeten in dat hete zand!  Wij hebben erg met hen te doen en geven hen 5 l water.  De jeep vooruit krijgen is een heel moeilijke klus maar het lukt met de hulp van een collega jeep rijder. Totaal uitgekookt van het wachten in de zon kunnen we alsnog verder. In de hospedaje van Punta Gallinas lunchen we, en zullen we ook overnachten.  Er is hier geen elektriciteit of
water...we blijven ons maar afvragen hoe deze mensen hier kunnen overleven. Wij logeren op een plaats voor toeristen, primitief maar er staat op zijn minst zoutwater klaar om ons wat op te frissen. Overal lopen geiten , ze zien er mager en taai uit maar hun vlees is zeer geliefd bij de Wayuu.  In de late namiddag worden we gedropt bij een leuke baai. We tjielen en zwemmen in de zee. En als kers op de prachtige woestijntochttaart zien we de perfecte zonsondergang. In het donker rijden we terug naar de hospedaje. Een generator, die dan nog af en toe uitvalt, zorgt ’s avonds voor enkele uren licht. De laatste morgen vertrekt Franco al heel vroeg met zijn jeep om de route over land (zand) te nemen,
 
 
terwijl wij de oversteek over zee maken. We houden een halt bij een kolonie roze flamingo’s die ons, op veilige afstand, ook gadeslaan. Op de afgesproken plaats ruilen we de praw om voor onze jeep . Zelfs met de airco aan in de auto blijft het zeer warm. Het was een ‘ZEER’ toer, zeer mooi, zeer bijzonder, zeer bizarre ruwe natuur, zeer heet, zeer leuk gezelschap….Als we in de namiddag aankomen in Riohacha laten we ons droppen bij de bushalte om een paar uurtjes terug te rijden naar Palomino. Vanaf nu beginnen we echt in termen van “terug” te spreken.